Onlangs las ik een nieuwsbericht over duurzaam bouwen in de krant. Het bericht deed mijn wenkbrauwen zo ver fronsen dat ik niet meer weet of dit nog wel normaal is. Over het algemeen ben ik niet zo
geïnteresseerd in berichten over frisse scholen of artikelen over kantoorunits, maar dit wilde ik toch echt lezen. Het bijzondere aan dit krantenbericht was dat het geschreven was door mijn eigen vrouw. Je zou toch niet denken dat je vrouw een bericht schrijft zonder dat je daar zelf iets van af weet. Toch overkwam het mij laatst en ging het verhaal over duurzaam bouwen. In de volgende alinea zal ik uitleggen hoe dit verhaal is ontstaan en waarom ik er zo van opkeek. Leest u dus met een gerust hart verder.
Het begint bij de kantoorunits
Drie jaar geleden kochten mijn vrouw en ik twee kantoorunits in het centrum van Amsterdam. Het leek ons een verstandige investering aangezien de frisse scholen in die buurt ver te zoeken zijn. Omwille van de efficiëntieverhoging van frisse scholen bedacht ik een ingenieus plan. Door te beginnen met duurzaam bouwen zou ik een rage creëren die door veel anderen zou worden opgevolgd. Althans, dat was wat ik mezelf had bedacht. Echter pakte het duurzaam bouwen zo duur uit dat ik het nooit weer zal doen. Voordat je begint aan het renoveren van een paar kantoorunits moet je er rekening mee houden dat het lastig is om deze panden te verhuren. Je kunt dus nog zo’n mooi pand maken, de inkomsten moeten toch echt van huurders of kopers komen. Als je kijkt naar de frisse scholen in Nederland zal je opvallen dat de hygiëne helemaal niet zo goed gesteld is. Frisse scholen zullen uiteraard claimen volkomen fris te zijn, maar laat daar maar eens een onderzoek op los. In vergelijking tot mijn kantoorunits is de hygiëne dan ver te zoeken. Of deze ontwikkeling voortzet in de toekomst kan ik niet voorspellen. Wel blijft het in mijn ogen een bijzondere zaak.